Bulletin 028 uit november 1977
Boekje Aviation Archeology door Bruce Robertson

Toen ik (Jacques de Vos) in Soesterberg afscheid nam van de heer A.P. de Jong heb ik hem gevraagd of het niet mogelijk zou zijn eens een artikel in Bulletin te wagen aan het probleem van de identificatie van wrakstukken, de zaak van de codenummers ed.

Enige tijd geleden heb ik in London een boekje gekocht waarin dit soort zaken aan de orde komen. Tot mijn verbazing kende de heer de Jong (ook anderen) dit boekje niet. Ik heb dan ook de indruk dat het buiten Engeland nog “onbekend” is. Inmiddels heeft de heer Albeslo in een artikel in ons blad dit onderwerp ook gedeeltelijk aan de orde gesteld.

Waar ik over spreek is het boekje “Aviation Archeology”, verschenen bij Uitgeverij Patrick Stephens Limited (Bar Hill, Cambridge CB3 8EL), 1977, 152 blz, geillustreerd, kaartjes met alle WWII Airfields in Engeland, het kost in Engeland 4,50 Pond en het is geschreven door de bekende auteur Bruce Robertson.

In dit boekje geeft hij o.a. een opsomming van practisch alles wat men maar kan ‘beoefenen’ i.v.m. aeronautica, bv. Veteran aircraft, crash research, hangar-herkenning en over oude vliegvelden. Ook komen logboeken en leaflets aan de orde. Het boekje bevat een m.i. schat aan gegevens o.a. ook adressen van Archieven, hoe je er te werk moet gaan, wrakken in Europa, tips over metaal-detectoren. Bovendien hoe hij te werk gaat bij interviewen van veteranen.

Er is in het boekje ook een hoofdstuk gewijd aan “Identifying Finds”. De volgende onderwerpen worden in dit hoofdstuk aangesneden: Airframe identity markings, engine identity numbers, assembly markings, British aircraft component identification, ASG parts, German component identification markings, piping identification markings, RAF equipment code. Achteraan dan een lijst van Amerikaanse propeller types, waar je dan kunt lezen dat bijv;
-Propellers A5/112 is voor Fortress I
-Propellers A5/153 is voor Fortress IIA
-Propellers A5/126 is voor Mosquito
enzovoorts, enzovoorts

Nummering en codes, een deksels ingewikkelde bedoening. De schrijver gaat ook uitvoerig in op “German component identification markings”. In dat verband is het artikel van Albeslo ook nuttig. Maar het blijft een ingewikkelde materie!

Toevallig heb ik zelf ook nog wat gegevens over geheime codes die door de Duitsers gebruikt werden om op “Waffen und Gerät” de fabrikant aan te duiden. Zo las ik bijvoorbeeld at “hps” wil zeggen: Gerhard Fieseler Werke, Kassel. Kijk bv. Ook in de lijst die Albeslo aangeeft met “mje” deze fabrickscode werd gebruikt voor de “Bremer Silberwarenfabrik”. Het inschakelen van vele firma’s in WWII in Duitsland was op zich al een stuk documentatie. Neem Steinhauer und Lück, fabrikant van ere-tekenen. Had in die tijd een gespecialiseerde afdeling in het vervaardigen van voorwerpen in kunsstof en daar werden bv. In massa kleine onderdelen in kunsthars gespoten voor de V-1.

Robertson gaat in zijn boekje uiteraard ook uitvoerig in op de Britse coderingen. En zo staat dit boek vol met gegevens. Ik geloof te kunnen opmerken dat dit boek hoogst interessant is voor de meeste (Airwar) Bulletinvrienden in onze groep, vooral ook omdat er toch wel voor elk wat wils in is te vinden. Met andere woorden: tip voor elke man ins “ons wereldje” .

Bruce Robertson is overigens geen man om stil te zitten. Tegen het einde van het jaar komt er een boek van hem uit bij Ian Allen onder de titel “ Lysander Special” en in de loop van het volgende jaar zal bij uitgever Robert Hale van zijn hand verschijnen “RAF A Pictorial History”. En dan staat er ook nog een boek op stapel over de Lancasters.


0 Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.