Twee weken voor D-day, zondag 21 mei 1944. Het was aan het einde van de middag. Bill had zijn fiets gepakt en was onderweg naar de barak. Hij was gespannen door de wetenschap dat hij vanavond weer vol aan de slag moest. Hij was in gedachten verzonken en hij vroeg zich af waar hij vanavond naar toe zou moeten gaan met zijn collega’s.

Na een paar minuten fietsen kwam hij aan bij de barak en zette zijn fiets tegen het hek. Hij zag twee van zijn crewleden en samen gingen ze naar binnen voor de briefing. Al snel werd het hen duidelijk dat Duisburg de stad was die ze vannacht zouden aanvallen. ‘’Gelukkig hoeven we niet naar Berlijn vannacht’’ dacht Bill. Duisburg was relatief dichtbij en het zou dan ook ‘maar’ een vlucht van ongeveer 4 uur zijn. De commandant vertelde dat de weersomstandigheden relatief rustig zouden zijn en dat er alleen wat bewolking boven Duisburg zou hangen.
Piloot Ward en zijn mannen maakten deel uit van de zogenaamde ‘pathfinders’. Deze groep bommenwerpers vloog voor de andere bommenwerpers uit om de doelen te markeren met gekleurde fakkels. Hierdoor werd het voor de achterop komende bommenwerpers makkelijker om gericht te bombarderen en werd de slagingskans van de bombardementen flink vergroot. Een belangrijke taak dus.

Alle aanwezigen in de zaal hadden hun horloges gelijk gezet en de basiscommandant had een ieder veel succes gewenst. Bill en de anderen verlieten de zaal om hun benodigdheden op te halen. Ze kregen parachutes en reddingsvesten mee, maar ook een pakket voor als ze in vijandelijk gebied terecht zouden komen, zoals valse paspoorten, een kompas en wat buitenlands geld. Vervolgens trokken ze hun warme kleding aan en konden ze zich richting hun vliegtuig begeven. De warme kleding was geen overbodige luxe, het kon op zes kilometer hoogte wel 40 graden vriezen. Vandaar dat er ook altijd een warme thermosfles met thee of koffie mee ging voor op de terugreis.

Vanavond vertrekken ze rond kwart voor elf. Ruim een uur van tevoren kwamen ze aan bij hun toestel, een Lancaster bommenwerper. Het serienummer van dit toestel was ND-559 en op de zijkant stond met rode letters GT-J geschilderd. Dit was een code om aan te duiden in welk squadron het toestel thuishoorde en welk toestel het precies was. De letters GT werden gebruikt voor het 156e squadron en J was een volgletter.

De grondcrew had het toestel weer helemaal in orde gemaakt. De lancaster was volgetankt, geladen met bommen en de kogels van het boordgeschut waren aanwezig. Bill en zijn mannen konden het toestel voor een laatste maal controleren en helemaal nalopen of alles ook echt helemaal in orde was. Ze wilden zeker weten dat alles op en top in orde was. De missies was al spannend genoeg van zichzelf en technische mankementen konden ze er niet bij gebruiken.

De crew van deze lancaster bestond uit zeven bemanningsleden. Voor zes van hen was dit al de veertiende vlucht dat ze samen vlogen. Alleen de staartschutter, de ervaren Jack Blair, vloog deze avond voor het eerst met hen mee. Hij was een doorgewinterde staartschutter en had al vele onderscheidingen ontvangen voor zijn getoonde moed en vaardigheden. Hij had al 65 missies op zijn naam staan, een ongekend hoog aantal voor een staartschutter. Vanavond zal hij missie nummer 66 aan zijn conto toevoegen.

De overige leden van de crew waren -naast Bill Ward en Jack Blair- Raymond Keating, Evan Roberts, Raymond Watts, Sidney Smith en John McCaffery. Ze hadden allemaal hun eigen taak in het toestel. Bill Ward was piloot en zat links voorin het toestel, hij bestuurde het toestel. Sidney Smith zat rechts voorin en was boordwerktuigkundige, hij hield de motoren de gehele vlucht in de gaten. Raymond Keating was de bommenrichter en lag vooraan in de buik van het toestel. Evan Roberts zat rechts aan de voorzijde en was de navigator, hij zette de vooraf opgegeven route uit en hield in de gaten of de route werd gevolgd. Raymond Watts zat links achter de piloot en bediende de radio. Hij had contact met de basis en met andere toestellen.

Achter deze vijf mannen waren in het grote toestel nog een aantal plaatsen ingericht als schuttersplaatsen. In het midden van het toestel, aan de bovenzijde, zat John McCaffery. Vanaf deze positie kon hij de gehele omgeving om het toestel in de gaten houden. En helemaal achterin het toestel, op de meest eenzame plek die er in een lancaster te bedenken was, zat Jack Blair. Hij was staartschutter en in deze koepel kon hij de gehele achterzijde van het toestel bewaken. Het was niet alleen de meest eenzame plaats in het vliegtuig, maar ook de meest gevaarlijke. De vijand kwam bijna altijd vanaf de onderzijde of de achterzijde en begon vanaf die plaats meteen te schieten. De staartschutter was dan de eerste die de vijand zag aankomen en andersom.

Het was een hele hindernis om vanaf de achterdeur van het toestel naar de cockpit te komen. Ook al was de lancaster een enorm toestel, aan de binnenzijde was het vliegtuig krap bemeten. Na wat geklauter nam Bill Ward plaats op de stoel linksvoor in het toestel. Zijn stoel was als enige voorzien van een stalen plaat achter zijn hoofd. Deze was ervoor bedoeld om tijdens beschietingen zijn hoofd nog enigszins te beschermen. De piloot was de voornaamste persoon aan boord en zonder hem was het toestel onbestuurbaar en dus verloren.
Ook was de piloot de enige die bovenop zijn parachute zat. Niet elke piloot vond dit prettig, volgens sommigen was het net alsof je op een blok beton zat. Omdat de Lancaster aan de binnenzijde erg krap was en er weinig bewegingsruimte was voor de bemanning, hingen de parachutes van de overige bemanningsleden aan de binnenzijde aan de wand naast hun ‘’werkplek’’, zodat ze niet constant met de parachute om hoefden te zitten.

De motoren werden gestart. De vier machtige Rolls-Royce Packard Merlin motoren maakten weer dat mooie vertrouwde geluid en nadat de vier motoren gesynchroniseerd waren, kon het toestel taxiën naar de startbaan van vliegbasis Upwood.
Om 16 minuten voor elf in de avond steeg het toestel op en vlogen ze in Noordoostelijke richting over de Noordzee. Het zware toestel klimt langzaam naar de gewenste hoogte van 19.000 voet, wat neer komt op ongeveer 6 kilometer hoogte. De lancaster deed er ongeveer 40 minuten over om zo hoog te komen. Op deze hoogte kon het gemakkelijk 40 graden vriezen en moest de bemanning zuurstofmaskers dragen.

Ruim een uur later, zodra ze over Vlieland waren gevlogen, boog het toestel verder af naar rechts en werd koers gezet in zuidoostelijke richting, naar het Ruhrgebied. Vanaf dit punt werd het gevaarlijk, omdat hier veel Duitse nachtjagers konden vliegen en er Flak afweergeschut op de grond stond opgesteld. De boordschutters waren vanaf nu volop alert en hielden de omgeving goed in de gaten. Gelukkig was het deze avond kalm en hoefden ze niet in actie te komen.

Zo bereikten ze het Ruhrgebied en om ongeveer tien over één die nacht kwam de stad Duisburg in zicht. Nu was het zaak om rustig te blijven. Bommenrichter Keating bracht de fakkels en de bommen in stelling en vertelde via de radio aan Bill Ward welke koers hij moest aanhouden. Dit moment duurde voor hun gevoel wel uren. Nadat de fakkels en bommen waren gevallen, konden ze met een scherpe bocht naar rechts koers zetten terug naar huis. Maar thuis waren ze nog lang niet. Eerst moest er nog een gevaarlijk stuk over Nederland worden gevlogen. Hier stond ook afweergeschut opgesteld en konden nachtjagers nog steeds toestellen aanvallen. Het gevaar was dus nog lang niet geweken.

Nadat ze koers hadden gezet richting Nederland en weer ruimschoots boven Nederlands grondgebied vlogen, maakten ze zich op voor de verdere terugreis over de Noordzee en over Engeland. Straks als ze boven de Noordzee vlogen konden ze wat zakken in hoogte en konden eindelijk die zuurstofmaskers af. Blij omdat het bombardement goed was gegaan en ze er zonder kleerscheuren vanaf waren gekomen, begonnen ze zich er langzaamaan op te verheugen om straks weer op Engelse bodem te stappen.

Maar, net nadat ze over de stad Gorinchem zijn gevlogen en met het toestel licht naar links zijn afgebogen, gaat het helemaal mis. Een Duitse nachtjager is geruisloos onder hen gevlogen en duikt uit het niets op. Alles gaat nu heel snel. Het toestel wordt beschoten en door de intercom van het toestel klinken de woorden ‘’we zijn geraakt!’’.
Het toestel was voorzien van speciale radarapparatuur, voor die tijd zeer geavanceerd. Om ervoor te zorgen dat deze apparatuur niet in Duitse handen kon vallen, was het toestel voorzien van een springlading, welke de bemanning zelf tot ontploffing kon brengen. Deze springlading wordt vannacht echter geraakt door de kogels van de nachtjager en het toestel explodeert in de lucht boven Molenaarsgraaf en Brandwijk.

Bill Ward wordt uit het toestel geslingerd. Hij heeft als enige van de zeven het geluk dat hij en zijn parachute aan elkaar vastzitten en zodoende kan hij de parachute ook gebruiken om veilig te landen. Hij is zwaargewond door de explosie en de val van grote hoogte. Hij maakte een flinke smak op de grond en landt in rivier de Graaf. Als hij, ondanks zijn verwondingen, zelf aan de wal probeert te klauteren, ziet hij mensen uit een naastgelegen huis naar buiten komen. ‘’Ik ben gewond’’ roept hij meerdere keren. Gelukkig vangen de omstanders hem meteen op, trekken hem aan de wal en brengen hem naar de veldwachter. Daar worden zijn wonden verzorgd en begint hij te beseffen wat er zojuist met hem is gebeurd…..

De documentaire
Wij, Arjan Wemmers en Antoine de Zeeuw, hebben beiden een binding met de dorpen Molenaarsgraaf en Brandwijk en zijn geïnteresseerd in lokale geschiedenis. Daarnaast vinden we het belangrijk dat deze verhalen bewaard blijven voor toekomstige generaties, omdat het van groot belang is dat iedereen weet wat er in het verleden is gebeurd, hier lering uit te trekken en om de waarde van onze vrijheid op de juiste waarde te kunnen schatten.
Naast de realisatie van een oorlogsmonument, wat in mei 2017 in Brandwijk zal worden onthuld, wordt het hierboven beschreven verhaal verfilmd en komen nabestaanden en ooggetuigen aan het woord. Al deze zaken worden samengevoegd tot een documentaire, welke het complete verhaal in beeld zal brengen. Op deze manier hopen we iedereen, die geïnteresseerd is in het verhaal en/of in oorlogsverhalen in algemene zin, te bereiken en zo de geschiedenis te bewaren voor toekomstige generaties. Ook proberen we de jeugd te bereiken door er gewoon een goede film van te maken, die er goed uitziet en die boeiend is.
Veel van het verhaal is bekend, omdat meneer Arie Horden hier in het verleden al het nodige over heeft weten te achterhalen. Ook op internet is tegenwoordig veel te traceren. Daarnaast zijn we via nabestaanden en ooggetuigen veel aanvullende details te weten gekomen. Deze mensen mochten wij voor de videocamera interviewen en deze beelden worden voor de documentaire gebruikt.
We spreken nog met regelmaat met ooggetuigen en staan altijd open voor aanvullende informatie, omdat we streven naar een zo compleet mogelijk verhaal. Daarom, bent of kent u iemand die ons meer kan vertellen over dit specifieke verhaal, wellicht over de stad Duisburg in 1944, de tijdsgeest van deze periode in Nederland of anderszins, komen we graag met u in contact. Dit kan via onze Facebook pagina of ons e-mailadres.
Het is ons streven om de documentaire omstreeks oktober 2017 te presenteren. Meer informatie hierover zullen wij op onze Facebook pagina publiceren.

‘’Vrijheid, koester het, vier het en geef het door!’’

Auteur: Antoine de Zeeuw
E-mail adres : lancasterindepolder@hotmail.com
Facebook pagina: http://www.facebook.nl/Lancasterindepolder

Bronvermelding:
1. Horden, A. Kwartaalblad Historische Vereniging Binnenwaard 1990. Engelse bommenwerpers boven Molenaarsgraaf, 1986.
2. Jubileumboek ter gelegenheid van 50 jaar Oranjevereniging Juliana en 60 jaar Graafstroomse Fanfare, 1987.
3. Getuigenverklaring Brian Watts in een interview, mei 2015.
4. Getuigenverklaring Wim Vermeer in een interview, maart 2016.
5. Video Night Bombers van no.1 group RAF, winter 1943.
6. Database 156e squadron, www.156squadron.com
7. Website van Stichting Oorlogsmonument Molenaarsgraaf-Brandwijk; http://ommb.nl

 


0 Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.