Flying Legends 2015 – door P. Righart van Gelder
Net als de afgelopen twee jaar had ik ook dit jaar een busreis naar Flying Legends geboekt met 4Aviation. De Blenheim, de “Bf 109G-4”, de Curtiss P-36 en de DC-3 van Breitling waren voor mij de belangrijkste vliegtuigen die ik graag wilde zien. Op vrijdagavond 10 juli stond ik om half negen bij een van de verzamelpunten, Breda-Prinsenbeek, al snel stonden we daar met een groepje te wachten. Om negen uur was de bus er nog niet, in tegenstelling tot voorgaande jaren bleek deze op een ander parkeerterrein vlakbij het station te staan. Met een kleine vertraging vertrokken we dan ook richting Antwerpen en Gent om daar nog andere passagiers op te halen. Mijn buurman in de bus bleek een frequente bezoeker van onze website en het verliesregister in het bijzonder. Erg leuk om te horen! Na Gent ging het in één keer door naar Calais. Ondertussen werd in de bus de film Battle of Britain opgezet. Heel toepasselijk, niet alleen omdat de film opgenomen is op Duxford, maar ook omdat een aantal van de aanwezige vliegtuigen in de film gefigureerd hebben.
Na de grenscontrole mochten we de ferry op. De overtocht naar Dover verliep zonder bijzonderheden. Eenmaal ontscheept was het tijd om nog een paar uurtjes slaap te pakken, want inmiddels was het al half drie in de nacht. Vlak voor Duxford was er nog de gelegenheid om de benen te strekken, je te wassen, te ontbijten en te pinnen. Om zes uur in de ochtend stonden we voor het hek met de hele groep, alles bij elkaar zo’n 50 mannen en 3 vrouwen. Van achter het hek was een deel van de line-up al te zien, waaronder de Blenheim en de “Bf 109G-4”. Om iets voor acht uur ging het hek open en konden we naar binnen.
Voor de show in de middag zou beginnen was er nog genoeg tijd om de verschillende gebouwen te verkennen, waaronder ook de OPS-room met de bekende tafel met schuifbordjes. De Amerikaanse hal was gesloten wegens renovatiewerk, de glazengevel was weg en vervangen door een groot bouw hek. Veel vliegtuigen uit deze hal stonden nu elders op het terrein of in een ander gebouw.
Na een aantal gebouwen bezocht te hebben was het tijd voor de Flightline walk. Voor 5 Engelse Ponden kun je dan nog dichterbij de verschillende vliegtuigen komen om foto’s te maken. Re-enactors in oude uniformen zorgen ervoor dat het publiek op afstand blijft. Bij het verlaten van de Flightline walk ontvang je een stempel op je hand zodat je later nog een keer het omheinde gedeelte binnen kan.
Daarna was het tijd om de lange rij kraampjes af te gaan. Hier kon je van alles vinden op het gebied van de historische luchtvaart; boeken, tijdschriften, bouwdozen, T-shirts, schilderijen etc. Bij een aantal kramen waren er ook veteranen om te signeren. De liefhebber kon ook (voor 20 pond) een rondleiding krijgen door Boeing B-17G “Sally B”. Voor datzelfde bedrag kon je ook op de foto in een echte Supermarine Spitfire.
Inmiddels was het tijd om langzaam een plekje te gaan zoeken. Typisch is dat er al veel klapstoeltjes leeg langs het hek staan. Het doet een beetje denken aan de rommelmarkt voor koningsdag, waarbij een dag van te voren al met krijt is aangegeven waar jij je kleedje gaat neerleggen. Door al deze “gereserveerde” plekken sta je al vrij snel tweede rang.
Terwijl twee Rapides, drie Tiger Moths, een Harvard en een Chipmunk de ene na de andere passagier mee de lucht innamen, werd om twaalf uur de flightline walk schoongeveegd. De vliegshow werd geopend met een take-off van 10 Spitfires en 1 Seafire. Erg indrukwekkend om te zien en toch vooral ook om te horen.
Er volgde een US Navy formatie bestaande uit twee Corsairs en een Bearcat. Daarna was het de beurt aan een formatie toestellen van Curtiss. Deze bestond uit de Hawk 75, de P-36 en twee P-40s. Een formatie van vier Mustangs, later gevolgd door B-17G “Sally B” met een Mustang als escorte.
Hierna volgde een Luftwaffe blok. Een Ju-52/3m in Luftwaffe kleuren, een Jungmann , twee Buchons en een “Bf 109G-4”. Deze laatste is geen echte Bf 109G-4. Het betreft een Buchon uitgerust met een Daimbler-Benz 605 motor. Hierdoor lijkt het een echte Bf 109G-4, zowel qua neus als qua geluid.
Na de Luftwaffe was het tijd voor de dubbeldekkers van de jaren 30, de Gladiators en Nimrods. Het volgende op het programma was de “Battle of Britain” formatie. Een formatie bestaande uit drie Spitfire Mk.I, een Hurricane Mk.I en de Blenheim.
Helaas hadden de twee Franse Hurricanes afgezegd, anders hadden deze waarschijnlijk ook meegevlogen in deze formatie. Desondanks was het bijzonder om deze combinatie te zien vliegen.
Deze schitterende kisten werden gevolgd door de twee toestellen van Red Bull die aanwezig waren, de P-38 en de B-25. Een Avenger, Sea Fury en de DC-3 van Breitling waren de laatste reguliere deelnemers aan de show.
De Flying Legends Airshow werd traditioneel afgesloten met de balboo. Dit houd in dat een aantal deelnemers van de show nog één keer de lucht in gaan om in één grote formatie over te vliegen. Dit jaar namen er 25 vliegtuigen deel aan de balboo. Nadat alle deelnemers aan de balboo geland waren, was het de show ten einde. Inmiddels was het half zes. Om zeven uur zou de bus vertrekken, zodat er nog tijd was om de vertrekkende vliegtuigen (vooral gasten) te fotograferen of ergens nog een hapje of drankje te nuttigen.
Om zeven uur vertrok de bus vanaf Duxford, om in één keer door te rijden naar Dover. Ditmaal was de overtocht ruim een half uur vertraagd. Op de ferry kon er nog een warme maaltijd worden gegeten. Bij Gent, Antwerpen en Breda-Prinsenbeek werden de nodige mensen afgezet. Zelf bleef ik zitten tot Utrecht CS, waar ik om zes uur op zondagochtend de bus uitstapte. Mijn avontuur naar Engeland was ten einde, mijn avontuur met de trein naar huis kon beginnen.
Meer foto’s zijn (binnenkort) te vinden op onze Facebook pagina.
0 Comments